R | afk. Roomskatholiek |
r. | afk. recto (folio),op de voorzijde van het blad |
ra | afk. rechterlijke archieven |
ra trecken (de) | het land opmeten |
raadslot | raadsbesluit |
raak | hark |
rabat | halskraag meestal van linnen of kant, ook herrie, en korting |
rabauweboom | oud soort appelboom |
racke | pijnbank |
rackelijc | rechtschapen, fatsoenlijk, braaf |
racker | diender, helper van de schout |
radenryer | bediener van het radbraakrad |
radix | oorsprong, geslacht |
radstaak | paal of staak met daarop een wiel of rad waarop het lijk van een misdadiger werd gelegd nadat alle botten waren gebroken. Een stok welke tussen de spaken van een rad werd gestoken om te voorkomen dat het paard verder ging. schandpaal en folterpaal |
raeck ende daeck (in) | in goede staat |
raeiing, raeying | rooilijn |
raemscerre | lakenscheerder |
raeplant, raepstic | rapenveld |
raepolie | raapolie, olie uit raapzaad geperst |
raet | raadsman |
rammelaar | slecht gebakken tegel |
ramponeert | vernield, verwoest |
rantsoenpenningen | opcenten op heffingen genoten door de kerk |
rasement | glad gepleisterd gedeelte in het gewelf |
rasier | korenmaat |
rasteel | paarden ruif |
ratelwacht | nachtwacht |
ratelwaicker | nachtwaker met een ratel |
ratiocinator | boekhouder, rentmeester |
ratione dubii | om reden van de twijfel |
ratione officii | uit hoofde van zijn ambt |
ratione privatus | beroofd van zinnen |
ratione sanguinis | op grond van bloedverwantschap |
ratum (ob)servare | van waarde houden |
rauwsterigge | lijk aflegster, maak de lijken gereed voor de begrafenis |
rave | balk, plank |
ravelokker | dief, lokt de raven naar de galg |
rayck | rijk |
razier | inhoudsmaat voor graan = ca 147 ltr.., maar ook 50 ltr. gezien |
rbs | afk. retroacta, van de burgelijke stand |
R.D. | afk. reverendus dominus eerwaarde heer |
Rdo. | afk. reverendo, aan de eerwaarde |
readmitteeren | opnieuw toelaten (meestal als burger in de voorheen verlaten plaats) |
reale executie | werkelijke tenuitvoerlegging |
reale | betaalmiddel, munt |
reale, realis, realiter | werkelijk |
rebaptizatus | herdoopt |
rebbe | vierkantige houtenbalk |
rec | afk. receveur, ontvanger |
recens | onlangs, pas |
receptor | ontvanger (der belastingen) |
recessebrief | officiële akte van een raadsbesluit. |
receveur des impôts | belasting ontvanger |
recht van drop | recht om het regenwater op andermans erf te laten vallen en afvoeren |
recht van eerste en laatste Sacrament | erkenning als zelfstandige parochie |
rechteren | rechters |
rechtinghe | herstel betaling, vergoeding |
recipisse | kwitantie, ontvangbewijs |
recognitie | gerechtelijke erkenning van iets voor datgene waarvoor het uitgegeven wordt |
reconcilitatio | herhaling van de huwelijksbelofte wanneer het huwelijk niet voor de bevoegde priester gesloten was |
reconcilliacie | herstelling van de wijding van ontheiligde kerken en kerkhoven |
recto (folio) | op de voorzijde van het blad |
rector | pastoor, leider, bestuurder |
rectus | rechtvaardig |
reddite (Ceasari) | 21e zondag na Drievuldigheid |
redditus | opbrengst |
rede gestelt (te) | aangesproken |
redemptor | handelaar |
redemtor | handelaar, koopman |
rederijkerskamers | genootschap dat zich bezig hield met het schrijven van gedichten en toneelspelen |
redes | reeds, al |
redger | plattelandsrechter in de Groningse ommelanden |
redimere | terugkopen, lossen |
reditibus pauperum vivens | onderhouden door de uitkeringen aan de armen |
redituarius | pachter |
redres | herstel |
reeder | reder, scheepseigenaar |
reep | lengtemaat voor stoffen, 1 reep is vermoedelijk = 10 el |
reetrecker | landmeter, erf -scheider, rooimeester |
reeuroof = reeroof | lijk roof, ook lijk beroving |
reeuwech | weg waarlangs lijken naar het kerkhof werden gebracht, lijk weg |
reeuwen | een lijk afleggen, het reinigen en voor de begrafenis in gereedheid brengen |
reeuwer, reeuwige | lijkenaflegger, oppasser bij besmettelijke zieken en ontsmetter hunner lijken |
refectus (sacramentis) | gesterkt (door de sacramenten), d.w.z. bediend |
reflexiën | levenstekenen ( bv bij verdrinken) |
refrein | rederijkersgedicht, elke strofe telt minstens acht regels, alle strofen eindigen op de zelfde regel die de hoofdgedachte uitdrukt |
refuge | toevluchtsoord |
refunderen | terugbetalen, herstellen, vergoeden |
refusa | teruggegeven, terug betald |
refusant | weigeraar |
refuseren | weigeren |
refusie | weigering |
regard van (in) | in aanmerking genomen |
regest | beknopte inhoudsopgave van een akte, brief |
regieringe | bestuur |
regina | koningin |
région judiciaire | rechtsgebied |
région | streek, gebied, gewest, regio |
registrum | lijst, register |
registrum baptizatorum | doopboek |
registrum defunctorum | overlijdensregister |
registrum iunctorium | trouwboek |
registrum matrimonio | trouwboek |
registrum matrimonio coniunctorum | trouwboek |
registrum matrimonio junctorum | trouwboek |
registrum mortuorum | overlijdensregister |
regius | koninklijk |
regt been | rechter been |
regt of eygendom | eigendomsrechten |
regt | recht |
reguarde van (ten) | met het oog op |
regulen | met planken beslaan |
regulieren | te houden, zich schikken naar regelingen |
reider | zwaardmaker die het heft aanbrengt |
reimeringhe | borgtocht, losgeld |
reingenoedt | naast gelegen |
reingenoot | naaste buurman |
reiser | pelgrim |
rejecteren | verwerpen, niet ontvankelijk verklaren |
rekhout | smalle houten latten |
rekwest | verzoekschrift |
rel. | afk. relectis, weduwnaar, achtergelaten |
relateert | verklaard |
relatieren | berichten, vermelden |
relicta filia | nagelaten dochter |
relicta | weduwe, achtergelaten vrouw |
relictis binis filus majoren nibus | met nalaten van twee meerderjarige zonen |
relictis duabus filiabus | met nalaten van twee dochters |
relictis tribus prolibus | met nalaten van drie kinderen |
relictus viduus | weduwnaar |
relieur | boekbinder |
relinquens post se uxorem cum … prolibus | een vrouw met … kinderen achterlatend |
relinquens | achterlatend |
reliqua | hetgeen bij de rekening en verantwoording over was |
reliquit..... filios et ..... filias | heeft .... zonen en .... dochters nagelaten |
remarqueeren | op te merken |
remediëren | verhelpen , beter maken, herstellen |
remedyëren | herstellen |
remensis | van Reims |
reminiscere (miserationum domine) | 5e zondag voor Pasen |
remis, remissie | kwijtschelding |
remissis (omnibus) bannis | met nalaten van (alle) roepen |
remissis proclamationibus | met nalaten van de roepen |
remonstrant | opsteller van protest, verweerschrift |
remonstrantie | protest, verweerschrift |
remonstreren | verzoeken |
ren. afk. renatus | herboren, gedoopt |
renatus | herboren, gedoopt |
renegaat | afvallige |
renonceren, renonchieren | afstand doen van |
rentebrieff | akte, waaruit recht op rente blijkt |
renteniersse | rentenierster, van haar bezit levend |
rentmeester, rentmeyster | beheerder, rentmeester |
renuncerende | afstand doen van |
renuntiare super | afstand doen van |
renuntiëren | ervan af te zien |
renverseren | vernietigen |
renvoij | verwijzing naar een andere rechtbank |
repeken | smal stukje grond |
replique | antwoord, weerwoord, verweer, tegenspraak |
reporsitor | penningmeester, schatbewaarder |
reportare | van zijn kant overdragen |
repositorium | opbergkastje |
reprehenderen | berispen |
reproche | nalatig |
reprochen | getuigenwraking |
repromittere | van zijn kant beloven |
repudiatus | gescheiden, verstoten |
repudium volontarium | vrijwillige ontbinding van het huwelijk |
repudium | ontbinding (bv van huwelijk, verloving) |
requiem | herdenken van de doden |
requiescat in pace | dat hij ruste in vrede (afk. R.I.P.) |
requievit in Domino | hij rustte in de Heer |
requioscat in pace | hij/zij ruste in vrede, (RIP) |
requirant | eiser |
requirerant | verzoeker |
requireren | verzoeken |
requisitie | verzoek, vordering |
réquisition | vordering bv. door ministerie ge -eist |
requisitis denunciationibus | met de vereiste roepen |
res familiaris | huishouding, huiselijke zaken |
res pectus parentelae | de wettelijke verhouding tot broers en zuster ofwel bloedverwanten |
rescribieren | antwoorden, terug schrijven |
rese | reis, krijgstocht |
reseant | voldoende |
residerende | zetelende |
residet | woont |
residet apud | woont bij |
residet extra | woont buiten |
resignare | opzeggen |
resolutie | besluit |
resoluties | besluiten van een bestuursorgaan |
resolveren, resolvieren | besluiten bv van een collegiaal bestuur als de vroedschap |
respice domini | 12e zondag na Drievuldigheid |
respice in me | 2e zondag na Drievuldigheid |
responsive | schriftelijk antwoord |
restiarius, restio | zeeman, belast met het stuwen van de lading |
resurrectio | opstanding (in kerkelijke begrip), Pasen |
retardatie | vertraging |
retentus | teruggetrokken |
retrahent | terugtrekken (van een rekest) |
retraicte | secreethuisje, toilethuisje |
retranchement | verdedigingswal |
retrograde | gedicht waarin de woorden van voren naar achteren en van achteren naar voren kunnen worden gelezen |
reuwen | ruw maken van laken |
revalidatus | achteraf gewettigd |
reverendissimus | hoogeerwaarde heer |
reverendus dominus | eerwaarde heer |
reverentelijcken | eerbiedig |
reverentelijcken te erkennen | met eerbied te kennen |
reverentie | eerbewijs, staat in de eerste zin van een verzoekschrift. (geeft met behoorlijke reverentie te kennen), eerbied |
revocatie | herroeping |
revolceren | herroepen, intrekken, terug trekken |
revoveer | herroep |
revyerviscooper | rivierviskoper |
rex | koning |
reyhier | smal schiet- of lichtdoorlaat gat in buitenmuur |
r.f. | afk. relicta filianagelaten dochter |
r.f. | afk. relicta filius, nagelaten zoon |
RG | afk. Remonstrantse Gemeente |
rhedarius | wagenmaker |
rheumate | door reumatiek |
ribaldus, ribaut | landloper |
ribout, rybaude | deugniet, dief, landloper |
richel | dunne plank ca 4x 8 cm |
richtmei | kleine boom in de top als hoogste punt van het gebouw is bereikt |
ricsdaalder | rijksdaalder |
riedenmakere | weefkammenmaker |
riedmarch, riedmeersch | rietland |
riedmeed, rietmaet | land of weide met veel riet begroeid |
rigeur | gestrengheid |
riggelen | grendellat afsluiting |
rijder | betaalmiddel, waarde 1 rijder =??? |
rijgenoten | naastgelegen |
rijglijf, rijlijf | korset |
rijksdaalder (Ned) | muntsoort, waarde gelijk aan 47 stuivers |
rijshuus | opslagplaats voor rijs(brand)hout |
rijst | hoeveelheid leien ca. 56 st. |
rindsschuster | leerlooier |
rintvleesch, rentsvleesch | rundvlees |
R.I.P | afk. Requiescat in pace, hij/zij moge rusten in vrede |
ripelijjck | rijp, aanzienlijk |
rippe | vrouw |
ristrictus | stiefvader |
rite | naar behoren |
rite munitus, -a | Heilig Oliesel ontvangen |
RK | afk. Rooms-Katholiek |
rockener | zwartbroodbakker |
rocmaker | kleermaker |
roede (lengtemaat) | Lengtemaat, in
elk deel van het land anders van lengte. In Limburg was de strekkende roede verdeeld in 16 voet, 20
van deze (kleine) roede vormde één (grote) voet. 20 van deze grote voet vormde weer
één (bunder) de aanduiding 53-10-0 betekende dus 53 bunder, 10 grote roeden en 0
kleine roeden, ofwel 53,5 bunder Blooise roede 3,617 m Drentse roede 4,12 m Duivenlandse roede 3,667 m Schouwse roede 3,727 m |
roede | landmaat (roede=14 m2), ook gevonden oppervlakte maat, groot ca 12,569 ca, in elk deel van het land anders van oppervlak. |
roefbart | zolderplank |
roerende | betreffende, reeds genoemd |
roers | geweren |
roetsijdich | scharlakenrood |
rogate | 5e zondag na Pasen |
rogationes | de 3 dagen voor Hemelvaart. Ook de gehele Hemelvaartsweek. Eigenlijk de in deze dagen gehouden processies. |
rokelstock | pook, |
rollenaer | voerman |
rolsmeer | vet, smeervet |
roman | lang verhalend epos in de volkstaal ( Romaans = in de volkstaal) |
romano -catholicae religionis | van Rooms -Katholieke godsdienst |
rondeel | rederijkersvers vaak achtregelig met twee rijmklanken |
rondeel | waltoren, 3/4 cylinder buiten de muur |
rondel | steenhouwers beitel |
rondooghe | rozetvenster, roosvenster |
rong | zware ijzeren nagel |
rontganger, rondgast | nachtwacht, nachtwaker |
rontgat | vensteropening |
rood | heraldiekteken, kleur, weergave met verticale strepen arcering |
roode roede | staf die de pestlijder moest dragen als |
rooden loop | buikloop, difterie |
roodscharlaken | kleur, scharlakenrood |
roofkot | rovershol |
rooi | rechte lijn |
rooien | de rooilijn bepalen |
roomelisoen | dysenterie, pest |
roomermaent | meimaand |
roopastoor | pastoor van de pestleiders, |
roos | heraldiekteken, bloem als wilde roos weergegeven met meestal 5 bloembladeren |
roosdach | zondag voor half vasten |
root | graanziekte |
root | rood |
roscher | wolwever |
rosenkranzfest | rozenkransfeest, 1e zondag in oktober |
rosenmontag | carnavalsmaandag, maandag voor vastenavond |
rosenobel | betaalmiddel, goudstuk van ca 8 gulden |
rosensontag | Rozenzondag, 3e zondag voor Pasen |
roskam | paardenkam |
rosmolen | door paard (en) voortbewogen molen |
rößler | paardenstalknecht |
rotarius | wagenmaker |
roten | rotten van vlas |
rotmeester | hoofdman van een rot, meestal 10 man |
roufbart | zolderplanken |
rouwerck | ruwwerk, grof werk |
rubro sigillo | met rood zegel (geen roepen als men betaalde), zonder roepen trouwen als men wel er extra voor betaalde |
ruffian | koppelaar |
ruim (in het) | plaats in de kerk waar de stoelen van de vrouwen stonden |
ruit | aanspoelsel uit zee |
rumoermeester | bendeleider |
ruraemundensis | van Roermond |
Ruremunde | Roermond |
rurensis, rusticus | boer, landbouwer |
ruricola, ruricolus | landbouwer |
rusticus | landbouwer, landman |
rüsttag | goede vrijdag |
ruutmolen | schorsmolen |
ruwaard | waarnemend graaf, bv bij krankzinnigheid |
ruyn | ontmande hengst, paard |