D 500
D afk. dit, zogenaamd, bijgenaamd, afgesproken
D afk. doopregister
D. afk. dominus, doctor
d afk. dito, evenzo, eveneens
d afk, de
d afk, denier, 1/12 sou, penning, duit,
d. afk. demoiselle, juffrouw winkelmeisje
d. afk. denarius, betaalmiddel, Romeinse zilvermunt
d.a. afk. dicti anni, de genoemde jaren
daalder muntsoort, waarde gelijk aan 30 stuivers
daalder belasting
daaraan daarna, daaropvolgende
daaruyt waaruit
dachclocke morgenklok
dachmael oppervlakte maat, 1 dachmael = 1/4 bunder
dachmat, dagmeet, dagmaet grootte van een stuk grond, dat in een dag gemaaid werd, in Drenthe ca 66 are
dachuerder dagloner
dachvaerden oproepen voor de rechtszitting
dachwrocht dagloner, daggelder
dackvast goed en waterdicht dak
dadungsluden, scheidrechters, goede mannen
daer aen waaraan
daer daar
daermede daardoor, daarmee
daet rechtshandeling, vastlegging in een akte
dagement dagvaardiging
dagge (ijzer) gebogen voegspijker
daghes dag, in de vorm van de volgende dag
daguerreotype lichtbeeld, methode om door enkele werking van het licht het beeld op een chemisch toebereide metaalplaat over te brengen. De uitvinder van de fotografie L.J.M. Daguerre stierf in 1851. In sommige families bewaard men nog zulke foto's van grootouders of overgrootouders
daguir dagloon
dagvaert dagreis, reis welke een dag lang duurt
dagwand, dagmaal, dagmaat oppervlakte maat, 1 dagwand is de oppervlakte welke men kon ploegen in een dag, = 1/4bunder = 100 vierkante roeden
dair omme daarom
dairup waarna, daarna
dake met stro of riet afgedekt dak
dalen afstammen
daler, daller daalder, betaalmiddel
dalle funèbre grafsteen, zerk
damas damast
dammasten gekleurd weefsel met figuren
Dammona / Dumun Appingedam
dammsetzer stratenmaker
damneren verdoemen
dampneeren veroordelen
dando in huiusmodi redempione gevend in geval van een dergelijke lossing
dant jong meisje, maar in de slechte betekenis als slordig etc.
dantler uitdrager, opkoper
da pacem domine de 17e zondag na drie-eenheid
dapifer drossaard
dardemande wol van slechte (derde) kwaliteit
dare ad censum in cijns geven
dare ad pactum in pacht geven
dare, dedi geven
darie veen
darmgerde, darmgarde buikriem van paard
dartigh dertig, 30
das damhert
das geven
das heraldiekteken, roofdier in zwart met bles
data generali absolutione (in articulo mortis impertiri solita) na het geven van de algemene absolutie (die men gewoonlijk ontvangt in het stervensuur)
date op een zeker tijdstip
dateren op een zekertijdstip vaststellen
dato op de dag van uitgeven
datum gegeven, dag van uitgeven
daubenmacher kuiper
Daventria(e) (te) Deventer
davidjoristisch opvattingen volgens de Delftenaar en wederdoper David Joris, (1501-1556)
davitzgulden betaalmiddel, 1 davitzgulden = 34 stuvers
dcc afk. de cette commune, in deze gemeente, dorp
dcd afk. de ce diocède, in dit bisdom
dcella afk. domicella, juffrouw, dochter van de heer, jonkvrouw
dch afk. de ce hameau, uit dit gehucht, buurtschap
dcp afk. de cette paroisse, tot deze parochie
d.d. afk. de dato, op de dag (van maken)
Dd. afk. op huw. akte, doopdatum
delict, delictum misdaad
de van (bij namen), over
decla afk. éclaration, verklaring, betuiging, aangifte, opgave,
dede afk. dedite, afkoopsom, herroeping, intrekking
deff afk. déffendeur, verweerder, -ster
deff afk. deffunt, overleden, gestorven, wijlen, zaliger
deman afk. demandee, vraag, verzoek, eis, wens
de (mea) licentia met (mijn) toestemming
den afk. denier, zilverling, 1/12 sou, penning, duit
de consensu meo met mijn toestemming
de consensu parentum met toestemming van de ouders
de consensu pastoris met toestemming van de pastoor
de consensu quorum interest met toestemming van de belanghebbenden
de dato van/op de dag
de expressa licenta met de uitdrukkelijke vergunning
de gratia speciali door een bijzondere gunst
de hodie vanaf de huidige dag
de jeune åge pour une humain minderjarige leeftijd , onbeiaert (vlaams)
de labore suo vivens die zijn brood verdient door zijn werk
de mandato bij opdracht
de more volgens de gewoonte
de nocte ‘s nachts
de panibus 3e zondag voor Pasen
desc afk. descendance, nakomelingschap, nakomelingen, nageslacht
dess afk. dessus, bovenkant, bovenste deel
de sacro fonte susceperunt ze namen (het kind) op van de H. Doopvont
de suis vivens die in zijn eigen onderhoud voorziet
de wijle omdat
deaurator vergulder
debere, debui,debitum moeten, verschuldigd zijn
debilitas gebrekkigheid
debilitate door gebrekkigheid
debilitate senectus wegens seniliteit
debilitate senectutis door zwakheid, veroorzaakt door ouderdom
debitis met, door verplichtingen
debitor crediteur
debitum, debui moeten, verschuldigd zijn, schuld, verplichting
debitus verplicht, verschuldigd
debourseren voorschieten van geld
debvoir moeite, toewijding (in oud frans), ambtsplicht, dat men schuldig is
dec. afk. decanus deken
decanatus, -us dekenaat
decanus deken
décapitation onthoofding
décapiter onthoofden
décédé(e) overleden
décéder overlijden, sterven
decedere, decessi, decessum vertrekken, sterven
decem tien
decembris, ber, -bre december = 10e maand van het Romeinse jaar, (dat begon op 1 maart), vaak aangeduid met een ( X)
decempedator (juratus) (gezworen) landmeter
decennis tienjarig
décès het overlijden, sterfgeval
decibat(ut) zoals hij zei
decideren een geschil uitpraten
decima bladi belasting op het veldgewas (tiende)
decima feni belasting op het hooi (tiende)
decima gelimae belasting op het stro (tiende)
decima novales belasting op land waarop nog geen belasting is geheven (tiende)
decima torbonum belasting op het turf (tiende)
decima veteres oude tienden belasting op land dat al ontgonnen was
decima tiende (was een kerkelijke belasting)
decimam antenmeridianam (circa) rond tien uur 's morgens
decimator tiendeheffer
decimo op de 10e , tiende
decimonono negentiende
decimoquarto veertiende
decimotertio dertiende
decimus tiende
decisie einde van een geschil
decivator bedienaar, kapelaan, rector
decken, deken hoofd van een kapittel
deckstocken takken aan de buitenzijde van een gebundelde bos hout
declarans (declaravit) se  scribere non posse verklarende niet te kunnen schrijven
declarare, declareren verklaren
declaratio nullitatis matrimonii nietigverklaring van het huwelijk
déclaration, declaratie aangifte, verklaring
declinatoire (exceptie) afwijking, afwijzende verwering
declineren weigeren, afwijken
decnagel daknagel
decollare onthoofden
decollatio (johannes) onthoofding van Johannis, 29 augustus
decollatus onthoofd
decreet, decrete besluit, overheidsbevel
decretieren voorschrijven, bevelen
decretum beslissing
dedi ik heb gegeven
dedicatio kerkwijding, kermis
dediceren opdragen
dedit, dedi ik heb gegeven
deduceren beleden
deducieren afleiden
deductie uiteenzetting
deeg voordeel van hebben, mengsel van meel en water/melk
deel dorsvloer, plank, gedeelte van boerderij, een aantal in boekvorm gebonden bladeren of katernen
deelaghtigh (aan) deel genomen
deelboeck register waarin de verdeling van de erfenis werd opgetekend
deelbrieve boedellijst, van de goederen in een sterfhuis
deeldach dag waarop de verdeling van de erfenis plaats vind
deeler, deelder erfgenaam
deelgelt beloning voor het regelen van de erfenis
deelloos uitgesloten als erfgenaam
deelvoochdij tijdelijk voogdijschap bij een sterfgeval tot de voogden zijn aangewezen
deen lompe kerel
deer leed, ongemak, hinder
deern jong meisje
deesse, defui afwezig zijn, missen
defalkieren afkorten
defalt gebrek, verstek
defectu (o) virium in gebreke van krachten
defenderen beschermen
défenseur advocaat, beschermer
defensie verdediging
defere, brengen
definitiva (sententia) eindvonnis
definitivus definitief, eind -....
deflorata ontmaagd
defunct(i) (us) overleden
defuncta overledene
defunctus overledenen
defungi, defunctus sum overlijden
défunt overleden, gestorven, wijlen, zaliger
degenereren zijn geslacht niet volgen
deglubitor vilder
Dei gratia door de gratie Gods
dei van God
deimt, deimpt, deimat oppervlaktemaat, 1 deimt is de oppervlakte welke men kon maaien in een dag, gevonden diverse maten tot 400 vierkante roeden ook gevonden 0,4-0,8 ha
dein damhert
deinde vervolgens, opvolgend, daarna
dekker lei -, riet -, pannendekker
del laagte
delaj uitstel
delatum brengen
delatus van deferre gebracht
delectatie behagen, genoegdoening
delecteren behagen
deliberare, deliberatie overleggen, (van iets)
deliberen krenken
delibereren beraadslagen, bedenken, overleg
delicaet zacht, teder
delirium, dilirium waanzinnigheid
delling vallei, dal, kuil
Delphi Delphium Delft
deluw doods, loodkleurig
demeurant à ....... geboren te ........, wonende te ........
demi.frère halfbroer, stiefbroer
demigravit overleden, verhuisd
demi.soeur halfzus (ter), stiefzus (ter)
demission de biens afstand van goederen aan de vermoedelijke erfgenamen mits zekere verplichtingen en voorwaarden
demping ombrengen
den hoop bij elkaar
den penning XVI op elke 16 penningen één penning = 6,25%
den sonnenopganck het oosten, waar de zon opgaat. Als plaatsbepaling gebruikt
denaris betaalmiddel, 12 denaris =1 schelling
denarius penning
denatus gestorven
dengler magere Hein, man met de zeis
denier betaalmiddel 1 denier = 3 miten. De dinier was de voorloper van de penning
denunciatio -ionis (huwelijks)afkondiging
Deo juvente met Gods hulp
Deo optimo maximo aan de heerlijkste opperste god (vaak op grafzerken vermeld)
Deo optimo spiritum dedit gaf aan God de allerhoogste zijn geest
dependeert afhangt
deponent hij die verklaart , getuigt
deponeren in rechte verklaren dat er iets gebeurt is
deposant hij die verklaart
deposeren getuigen, in depot zetten
depositie verklaring, getuigenverklaring
depost naschrift, latere opmerking
depraveren kwaad maken, verergeren
deprimeren neerslachtig maken
deputeren iemand officieel aanstellen
derdalve, derdalf twee en een half
derde gebod 3e afroep in de kerk voorafgaand aan huwelijk, in kerkboek soms aangegeven met 3 streepjes ( III )
derdehalfe anderhalf, een heel en een half, ook gezien met verklaring twee en een half
derelicta weduwe
derisie spot, gek
deriveren omlaag vloeien
derogeren afbreuk doen, inbreuk maken, afwijken van de wet
dertienavont de avond voor driekoningen
Des fiez a lúsage de France leenrecht van de streek rondom Parijs
descendens nakomeling
descendere overlijden
descenderen nederdalen
descendi ik stam af van
descensum overleden
descriptio beschrijving
deservitor, -is bedienaar van de parochie, waarnemend pastoor, koster
desherence bij ontstentenis van wettige erfgenamen vervalt de erfenis aan de staat
desisteren afhouden
desolaet mistroostig
desoleren bederven
despereren wanhopen
despiciëren afkeuren
despondieren zich verloven
dessein oogmerk, doel, plan
desselvenn van deze (persoon)
dessin ontwerp, tekening
destitueren verlaten
destitutus (sensibus) van zijn zinnen beroofd
desunt zijn afwezig
deszendent nazaat, opvolger
deszent (-orium) nazaatvolgorde
detestabile walgelijk, lelijk
detorqueren verdraaien, anderszins voorstellen
detractie achterklap
detriment schade
dette ou créance inschuld, ereschuld
detuli brengen, ik heb gebracht
deu, dei Gods
deurcleet gordijn als afscheiding
deurgepasseer voorbijgekomen ( zonder te stoppen)
deus in adjutorium 11e zondag na Drievuldigheid
deus in loco sancto 10e zondag na Drievuldigheid
deuske gewicht, 1deuske = 2aas = 0,096gr.
deuvik sluitpin van een vat
devent afk. Deventer
devies wapenspreuk
devise heraldiekteken, hoofdbalk,
devoir gedaan de taak op zich genomen
devotus toegewijd, vroom
devoueren prijsgeven
dewiele terwijl
dexel deksel
deyer deserteur
dezelve dit, deze, die, zulks
D.G. afk. Dei Gratia, door de gratie Gods
dhtaon afk. habitatio, (be)wonen
diak afk. diaken
diablerie tovenarij
diablesse feeks
diabolique satanisch
diaconus noster onze diaken
diarrhea diarree
dicere, dictum zeggen
dichter kleinzoon, kleinkind, afstammeling
dicit hij zegt
dicit domininus ego cogto 23e zondag na Drievuldigheid
dicitur wordt gezegd, wordt genoemd
dicke dikwijls, vaak
dicketons betaalmiddel waarde = ?
dict. afk. dicto, dictus in het gezegde
dictae hereditates genoemde erfgoederen
dicti anni de genoemde jaren
dicto logo op de gezegde plaats
dicto in het gezegde
dictum (est) (er is) gezegd
dictum uitspraak van rechtbank
dictus gezegd, voornoemd die op de dag, genoemd, geheten
dicunt zij zeggen
didymi tweelingen
die bibel int corte een bundeling van oud testamentische boeken
die precedente op de voorafgaande dag
die subsequente de volgende dag
die op de dag
die(s), diei, diebus dag
diebus op de dagen
diefclocke avondklok
diefleyer helper van de schout
diefput onderaardse gevangenis
diefzak broekzak, zak in een broek op de dij
diem suum clausit sloot zijn levensdag af
dierenepos lang gedicht, zich afspelend in het dierenrijk
dierum dagen, van de dagen
dies feriatus feest- marktdag
dies illa deze dag
dies jovis donderdag
dies lunae maandag
dies martis dinsdag
dies mensis paschae 4e zondag na Pasen
dies mercurii woensdag
dies natalis geboortedag, Kerstdag
dies post albas 1e zondag na Pasen
dies saturni zaterdag
dies solis zondag
dies veneris parasceves Goede Vrijdag
dies veneris vrijdag
dies dag
dieswegen daarom
dieszak binnenzak, zak in rok aan de binnenzijde
diete honorarium voor schepen, baljuw etc.
diets verzamelnaam voor alle dialecten (het diet = het volk), ook gezien als Nederlands
diffameren, diffamatie roddelen, kwaadspreken
different geschil, onenigheid
differeren uitstellen
diffidentie ongelovigheid
diffrey vergoeding van kosten
digamus voor de tweede maal gehuwd
digereren verteren
digestie vertering
dignitarius hoogwaardigheidsbekleder
dignus waardig
digressie uitlopen
diis manibus sacrum gewijd aan de zielen van de afgestorvenen
dijamanten puisten
dijcken dijken
dijkgraaf hoofd van een waterschap
dijkschrijver secretaris van het waterschap
dijnentsland leenland
dijstel peen
dil meisje
dilator (exeptie) vertragende verwering
dilatus uitgesteld
dilay uitstel
diligence postkoets
diligentie ijver, inspanning aandacht
dimerie gebied waar de tienden belasting geheven werd
dimidium, dimidio helft
dimidius, half,
dimissio uitzending van de apostelen, (15 juli)
dimissoriales dedi ad contra-
hendum matrimonium ik gaf verlofbrieven voor het voltrekken van een huwelijk
dimissoriales litterae geloofsbrieven
dimissus gezonden (wanneer de bruidegom door zijn pastoor naar de parochie van de bruid gezonden wordt om daar te trouwen)
dimittieren ontslaan, ontslaan van een verplichting, een bruidspaar overschrijven, dat niet in de eigen parochie wil trouwen, het krijgt dan geloofsbrieven (dimissoriales litterae)van hun pastor mee waarin deze zijn instemming voor het sluiten, door een andere pastor geeft van het voorgenomen huwelijk.
dimsterheyd schemering
dinc rechtszaak
dincplichtich verplicht om te verschijnen bij een rechtszaak
dincvluchtich zich onttrekken aan de gerechtelijke behandeling van zijn zaak
dingboeken boeken waarin opgetekend de processtukken, vaak niet meer dan alleen de namen van de partijen
dingelsdag dag voor de rechtspraak bestemd
dingen rechtspreken
dingepant onderpand voor de gerechtskosten
dinger pleiter
dinghuis raadhuis waar in de dingbank of vierschaar was opgesteld
dinging terechtzitting
dingmannen getuigen
dingtael terzake en duidelijke taal
dinxeldage, dinxdach dinsdag
diocèse bisdom
diocesis leodiensis van het bisdom Luik
diocesis ruremondensis van het bisdom Roermond
diocesis bisdom
diploma's wapenbrieven
dirimant ongeldig makende huwelijksbeletselen zijn deze die de nietigheid van een huwelijk meebrengen de kerk heeft alle graden van verwantschap als ongeldig makend huwelijksbeletsel verklaard
dirimentibus (impedimentibus) ( door, met) vernietigende beletsels
dirimentibus vernietigende beletsels
discedere weggaan, zich verwijderen
disceptator scheidsrechter
discepteren kijven
discessit hij ging weg (= overleed)
discessus dood (gegaan)
disch armenbestuur
dischmeester armbestuurder
discipline (kerkelijke) tucht
discipulus scholier, leerling
discorderen tweedrachtig zijn
discretie ter bepaling van, bijv. het gerecht
discretus verstandig
discussi, discussem betwisten
discutire betwisten
disignare aanwijzen
disimilis ongelijk
disolveren scheiden, ontbinden
dispensare dispensatie verlenen
dispensatio dispensatie, ontheffing
dispensatio affnitatis vrijstelleng voor aanverwantschap
dispensatio consanguinitatis vrijstellingvoor bloedverwantschap
dispensatio in bannis dispensatie in de (3) huwelijksafroepen
dispensatio in uno banno dispensatie in één roep
dispensator rentmeester
dispensavi ik heb vrijstelling verleend
dispensavit, dispensavita heeft dispensatie verleend
dispenseren vergeven, toestemmen
dispensier hij die afweegt
disponeerende, disponeeren beschikkende over
dispositie, dispositum beschikking, wilsbeschikking in testament
dissenteria dysenterie
dissentie tweedracht
dissimuleren veinzen
dissoluut ontbonden
dissolveren ontbinden
dissoneren kwaad spreken
distinctio onderscheid
ditionis caesariae onder keizerlijk gezag, dito in een rijksland
dito op de zelfde dag
diurnus een dag durend
diuturna infirmitate na een langdurige ziekte
diuturna languore na een langdurige ziekte
divineren raden
divortatus gescheiden
divortie, divortium echtscheiding
dix afk. dixème, tiende
dix, dixième tien, tiende
dix.huit, dix.huitième achttien, achttiende
dixi, dixit, dixirunt hij/zij heeft gezegd, zeggen, ik zei
dix.neuf, dix.neuvième negentien, negentiende
dix.sept, dix.septième zeventien, zeventiende
dlla. afk. domicella juffrouw, jonkvrouw
dmt afk. demeurant, overigens, afgezien daarvan, trouwens,
dmt afk. dernièrement, onlangs, laatst, kortelings
dom afk. domestique, dienstbode, bediende, huishoudelijk
domle afk. domicile, woon-, verblijfplaats, vestigingsplaats, woning
dpt afk. d 'une part... d' autre part, aan de ene kant ... aan de andere kant,
dql afk. duquel =lequel, die, dat, welke, hetwelk
Dna. afk. Domina, vrouwe des huize
Dnus. afk. Dominus, heer des huize
dobbe kuil of een in het veen gegraven water
dobbelsaelde schoun dubbel gezoolde schoen
doblier schaal, schotel
doceren betogen, uitdragen, les geven
dochterkint kind van een dochter
docieren onderwijzen
doctus, doctissimus geleerde, zeer geleerd
documents d'archives archiefstukken
dode hand geestelijke liefdadige instelling
dodehuus, doodehuys sterfhuis
dodenroeper -ambt aanspreker van een overlijden
doderbussteen loden of stenen kogel voor de donderbus
doe toen
doeckgewant driehoekige doek, halsdoek , welke over de borst gekruist werd
doemen, dommen veroordelen, kwaadspreken
doen cond geven bericht van
doen kundich maken bekend
doende craghte dezes bij deze, door middel van dit
doernebosken doornstruik
doerschoeringe doorbraak, bv van een dijk
doets ingemetselde grootte koperen ketel, ook vaak van ijzer
doeze lompe meid, ook domme meid
dofsteen tufsteen
dog maar
dogter dochter
dolator timmerman, meubelmaker
dolerende klagende, treurende
doleur pijn
doliarius tonnenmaker, kuiper
dollenhuis gekkenhuis
doloribus partus baringsweeën
D.O.M. afk. Deo Optimo Maximoque, aan de heerlijke opperste God
dôme kathedraal
domheer lid van een kerkkapittel
domicella jonkvrouw (dochter van de heer)
domicellus jonkheer
domicile woonplaats, verblijfplaats, vestigingsplaats
domicili citandi woonplaats gekozen
domicilium woning, woonplaats
domina vrouwe
dominant een erfelijke aanleg, die in het verschijningsbeeld sterk naar voorkomt en andere erfelijke aanleg overheerst
dominateur een heer.
domine ne longe 1e zondagvoor Pasen
dominica zondag
dominine in tua misericordia 1e zondag na Pinksteren
dominium heerlijkheid, domein
Domino obiit is gestorven in de Heer
dominus heer, titel voor ridders en geestelijken
dominus fortitudo 5e zondag na Drievuldigheid
dominus illuminatio mea 3e zondag na Drievuldigheid
domistadium hofstede, huiserf
domo propria eigen huis
domus, domum huis, naar huis
donatie causa mortis schenking terzake van de dood
donatie inter vivos gift onder levenden, een geschenk bij leven
donatio, danatie schenking, gift
donation schenkingsakte
donderbus zwaar grof geschut, kanon
donderbuscloot, donderbussteen loden of stenen kogel voor de donderbus
donjon ronde (woon)toren van een kasteel
dood heraldiekteken, weergegeven als geraamte met zandloper en zeis
doodbus urn
doodelick kranck doodziek
doodeur deur in het huis welke alleen werd gebruikt door bruidspaar of voor begraven
doodsbeenderen heraldiekteken, weergegeven met gekruiste dijbeenderen
doodsberichten overlijdensaankondigingen
doodslager moordenaar
doopgetuygen doopgetuigen
doopjen saus
door order op last van, op bevel van
doorgriefd (dodelijk) verwond
doornebomen meidorens
doorstoten doodsteken
doorstrijken geselen, afranselen
doot dood
dootevel dodelijke ziekte
dootghicht dodelijke kramp
doots dood
dootslagersgoet in beslagenomen goederen van iemand die een doodslag heeft gepleegd
dootvat doodskist
dopen sukkel
dopmaker verkwister
doppeler dobbelsteenmaker, dobbelsteenspeler
doppen door een houten pen verbinden
dorch door
Dordracum, Dordraci Dordrecht, te Dordrecht
dorenkyst huisje waarin gevaarlijke krankzinnigen werden opgesloten
doreschieten het in gelijke delen verdelen van een erfenis
doreslach vergiet
dormientes septem langslaper, zevenslaper 27 juni
dornstag donderdag
dorpman dorpeling
dorpmeester burgemeester
dorprecht recht dat gold in bepaald dorp
dorpsboeck register waarin aangetekend de belastingen
dorpscomme kist waarin de bijzondere oorkonden van het dorp werden bewaard
dorremaent maart
dorsum rugzijde
dos adventitia het door de vrouw in het huwelijk ingebrachte goed
dos inter nuptias bruidsschat, huwelijksgift
dos profectitia het door de man in het huwelijk ingebrachte goed
dos receptitia terug te geven bruidsschat,
doswech weg van 10 voet breedte, smalle landweg
dot bruidsschat
dot peet, peetoom
dotalitium lijftocht
dotatus geen (steun) meer genieten
Dotecum Doetinchem
doteren begiftiging
dötin meter, peettante, huwelijksgift
dottor doctor
douarie deel van de gemeenschappelijke goederen die toebehoorden aan overlevende echtgenoot, weduwnaar, of weduwe
douariére adelijke weduwe
doublet dubbel exemplaar
douze, douzième twaalf, twaalfde
doy malloot
doyts duiten, betaalmiddel, 1 doyts = 1/8 stuiver
Dp. afk. op huw. akte, doopplaats
drachma, dragma gewicht, 1 drachma = 3,906 gr
dragersgilde zakkendragers gilde
dragts gedragen, (tijdens zwangerschap)
drap laken, wollen stof
drap lijkkleed
drapier lakenfabrikant
dreet scheet
drei draai
dreifaltigheitsfest drievuldigheidfeest,1e zondag na Pinksteren
dreiköningstag driekoningen 6 januari
dreizehnter tag dertiende dag 6 januari
Drentse roede lengtemaat = 4,12 m, onderverdeeld in 14 voeten
dreunen schudden
drevelen draven
dreyer draaier
drgn afk. dragonder
drieblad heraldiekteken, klaverblad zonder steel met in punt uitlopende bladeren
driedeel driekwart
driegroot betaalmiddel, waarde anderhalve stuiver = zeven en een halve cent
driegrootspenninck betaalmiddel, zilveren munt uit de tijd van ?
drie-guldenstuk muntsoort, waarde gelijk aan 60 stuivers
drielander betaalmiddel, zilveren munt
dries driemaal
dries, driest, driesch open pleintje, meestal driehoekig, met in het midden een drenk of drinkplaats voor het vee, ook braakland
drijdarm vreetzak
drije sondaeche proclamatien afkondiging op 3 opeenvolgende zondagen
drinkelbier bier voor eigen gebruik, zelf gebrouwen bier
drits héréditaires aangeboren rechten
droefaard ellendeling
droes duivel
droggen kruiden
droit d'ainesse eerstgeboorterecht
droit de desherence de leenheer bezat het recht de goederen van de leenman in bezit te nemen indien zich, bij diens overlijden, geen erfgenaam aanbood
droit de formariage huwelijk buiten het rechtsgebied van de landheer, recht betaald om dat huwelijk aan te gaan
droochscheerder, droogscheerder lakenscheerder, lakenbereider
dropsteen soort kalksteen
drossaard drost, baljuw
drossaardschap gebied van de drossaard
drossardus drossaard, drost, benaming voor drossaard, baljuw en schout in Noord-Nederland
drost ambtenaar die belast was met het toezicht op de justitie en het terugdringen van misdrijven die niet onder de gewone rechtspraak valt
drostin vrouw van de drost
druil minnespel
druit kerel
drumpelmeid dienstmeisje dat niet inwonend was
Drusoburgum Doesburg
druut vriend, makker
druypens glooiing, helling van dijklichaam
Ds. afk. op huw. akte, dispensatie
Ds dominee
DTB afk. doop-trouw- en begraafregisters
dubbeld'uw baljuw
dubbele stuiver muntsoort, waarde gelijk aan 2 stuivers
dubitum twijfelen
dubium twijfel
dubler timmerman
duc hertog
ducatu geldriae in het hertogdom Gelder
ducatu limburgensi in het hertogdom Limburg
ducatus, -us hertogdom
ducentesimus 200e
ducenti, -esimus tweehonderd (ste)
duché hertogdom
duchesse hertogin
ducissa hertogin
ducussio, -nis het betwisten (van bv een vordering)
Dudmala / Dumella Dommel
duijstermaent december
duim lengtemaat = 2,54 cm, oorspronkelijke de breedtemaat van een menselijke duim
duimekruit geld
duimelen drukken
duimijseren handboeien
duimschuive duimschroeven
duis duiten
duist duizend
duit betaalmiddel, waarde = 1/8 deel van stuiver
duits(zn) Germaans, Nederlandse taal
duitse Nederlander (lees als diets)
duizendhout hoeveelheid, 1 duizendhout = 1011 stuks
dukke zwangere vrouw
dukketon betaalmiddel, zilveren rijder
dul woest, razend
dulciarius suikerbakker
dulde bouwvallig
dum clamarem ad dominum 9e zondag na Drievuldigheid
dum medium silentium zondag na Kerstmis
dum viveret tijdens zijn leven
dum tijdens, toen hij leefde
dundoekse (kap) van fijn linnen (gemaakte kap)
duo twee
duo et viginti twee en twintig
duodecennis twaalfjarig
duodecim twaalf
duodecimus de twaalfde
duodetriginta achte en twintig
duodevicesimus achttiende
duplex vidua tweemaal weduwe
duplex, plicis dubbel, twee keer
duplicieren tweede antwoord geven
duplijcque, duplique wederwoord op de repliek van de eiser
duplikieren verdubbelen, overschrijven in gelijke vorm
durg ordinantie van op last van
Durninum Deurne
duske boerenmeisje
duufhuus grote duiventil
dux aanvoerder, hertog
duxit in matrimonium huwde
duysenten duizendste
Dvt afk. devant, voorkant, voorzijde
D.V. afk. Deo Volente, Gods wil
dwale, dwael doek, handdoek
dwarsbalk heraldiekteken, gevormd door twee horizontale lijnen in het midden van het veld ,ook faas of balk genoemd
dwarsbalkgewijs faasgewijs, heraldiekteken, figuren zijn zodanig geplaatst alsof zij een dwarsbalk vormen
dwarshout galg
dwinghuis tuchthuis
dysenteria dysenterie, buikloop
dysuria moeilijkheid om te urineren